Bas van der Vlies, de geachte afgevaardigde van de Staatkundig Gereformeerde Partij, bereikte zaterdag 25 oktober 2008 een mijlpaal: hij is tienduizend dagen Kamerlid. De politiek is veranderd, maar Van der Vlies blijft dezelfde. Hij gaat heus niet door tot hij erbij neervalt, belooft SGP-Kamerlid Bas van der Vlies lachend. ,,Tenminste, ik ga proberen eerder weg te zijn. Ik ben geen meubelstuk dat koste wat het kost moet blijven staan.” Van der Vlies (66) is de personificatie van de Staatkundig Gereformeerde Partij in de Tweede Kamer. ,,Ik sprak laatst op een jongerendag. Alle jongeren waren jonger dan mijn Kamerlidmaatschap oud is. Dan besef ik: Een hele generatie weet niet beter of ik ben de fractievoorzitter van de SGP.”
Dat maakt een afscheid des te moeilijker, beseft ook Van der Vlies. Eén keer kwam hij er heel dicht bij. In 2006 was hij er klaar voor het stokje over te geven aan de veel jongere Kees van der Staaij, zijn gedoodverfde opvolger. Tot zijn partij een beroep op hem deed om nog eens voor vier jaar bij te tekenen. Toch denkt hij vaak na over zijn vertrek. ,,Het wordt wel eens tijd. Ik ben ervan overtuigd dat ik niet onmisbaar ben. We zijn allemaal uit stof verrezen en zullen ook tot stof wederkeren.” In de afgelopen tienduizend dagen – ook de zondagen werden meegeteld – reisde hij nooit met tegenzin van zijn huis in Maartensdijk naar zijn kamer op het Binnenhof in Den Haag. ,,Ik heb altijd gezegd: Als het te zwaar wordt, ben ik weg.”
Dat die tijd nog steeds niet is aangebroken, wil niet zeggen dat hij altijd even blijmoedig door het Tweede Kamergebouw beent. ,,Het leven als parlementariër is boeiend, maar ook vermoeiend”, vat hij kernachtig samen. De afgelopen 27 jaar is er veel veranderd, merkt de SGP-fractievoorzitter. ,,Het tempo ligt te hoog en de nachten zijn te kort.”
Terwijl de politiek veranderde, bleef Van der Vlies zelf de constante factor. Zijn politieke carrière begon in 1974. Dat jaar werd hij voor de SGP lid van de Provinciale Staten van Utrecht. Het Statenlidmaatschap bleek een goede leerschool voor de volgende politieke stap. In 1981, in een tijd waarin de SGP nog bekendstond als ‘domineespartij’, werd de ingenieur uit Maartensdijk verkozen tot Kamerlid. Vijf jaar later werd hij voor het eerst lijsttrekker. Inmiddels heeft hij de SGP-kar bij zeven verkiezingen getrokken.
Luwte
Van der Vlies functioneert in een van de kleinste fracties in de Tweede Kamer. Wegduiken of je in de luwte afzijdig houden, zoals dat in een grote fractie nog zou kunnen, is er daarom niet bij. De eerste jaren bezette de SGP met dank aan ‘een stevige restzetel’ drie zetels. De laatste jaren moet de SGP het met twee blauwe stoelen doen. Dat maakt het werk zwaarder. ,,Het is een simpele rekensom. Er zijn veertien departementen. Twaalf daarvan vereisen stevig werk. Dat betekent dat Kees van der Staaij en ik ieder zes departementen moeten behappen.”
Het eerste optreden van Van der Vlies in de Tweede Kamer, in juni 1981, was een onverwachte. Een collega-Kamerlid zou het woord voeren over de Waterschapsbank, maar hij bleek op het laatste moment verhinderd. De nummer twee in de lijn fungeerde tijdens het debat als voorzitter. Er werd een beroep op Van der Vlies gedaan. Die rende naar de kamer van zijn collega, griste de speech van diens bureau en spoedde zich naar de Oude Zaal met de kenmerkende groene bankjes. Pas toen VVD’er Theo Joekes Van der Vlies feliciteerde met zijn maidenspeech, drong het tot de SGP’er door. ,,In al mijn onschuld drong het niet direct tot me door dat het mijn eerste officiële optreden was.”
Die onschuld heeft Van der Vlies met de jaren van zich afgeschud. De tijd dat hij het ‘heel wat’ vond om Kamerlid te zijn, is voorbij. Keek hij begin jaren tachtig nog tegen iedereen op, nu staat hij bekend als het geweten van de Tweede Kamer en vragen anderen hem om advies. Als oud-wiskundeleraar ligt die rol hem wel. ,,Je ziet nog wel eens een nieuw Kamerlid iets doen wat niet kan. Een amendement indienen op een verdrag dat alleen nog geratificeerd moet worden. Dat is natuurlijk een blunder. Ik geef dan graag vingerwijzingen; wil mensen graag verder helpen.” Van der Vlies merkt dat de huidige Kamer minder respect heeft voor staatsrechtelijke regels en mores. Dat vindt hij jammer. ,,Het is niet dat ik tegen verandering ben, maar het reglement van orde is toch gestolde wijsheid uit het verleden. Als Kamerleden openlijk besluiten van de voorzitter in twijfel trekken en haar gezag zo ondermijnen, schaam ik me wel eens.”
Verruwing
De afgelopen jaren is de toon in de Kamer verruwd. ,,Ik heb vorig jaar een derde deel van onze toch al karige spreektijd bij de algemene politieke beschouwingen gebruikt om dat aan de kaak te stellen.” Ook spreekt hij Kamerleden er persoonlijk op aan. Geert Wilders bijvoorbeeld, die volgens Van der Vlies ,,uitblinkt in hard taalgebruik”.
,,Hij pretendeert de mond van de burgers in de samenleving te zijn. En volgens hem weet ik niet wat er onder de bevolking leeft. Uiteraard ontken ik dat. Maar ik vind wel dat we iedereen met respect moeten behandelen. Dat respect ontbreekt soms bij Wilders en de zijnen. Jammer genoeg is mijn corrigerende invloed beperkt.”
Geen recordhouder
In een tijd waarin veel mensen na een paar jaar van de ene job naar de andere hoppen, is tienduizend dagen oftewel 27 jaar in dezelfde baan een hele prestatie. Bas van der Vlies is bij lange na geen recordhouder. Vroeger – eind negentiende eeuw, begin twintigste eeuw – was het veel gebruikelijker dat Kamerleden langer lid bleven. De top drie:
- 1. Lodewijk Duymaer van Twist (ARP): 44 jaar, drie maanden
- 2. Hendrik Willem Tilanus sr. (CHU): veertig jaar, elf maanden
- 3. Hendrik Goeman Borgesius (liberaal): 39 jaar, één maand