In 2009 startte de provincie Zuid-Holland een herindelingstraject om de vier gemeenten op Goeree-Overflakkee samen te voegen tot één gemeente. Al sinds het begin strijdt de gemeente Goedereede voor het behoud van haar zelfstandigheid. De gemeente zond op 28 juni een brief naar minister Donner. De brief is een reactie op zijn voornemen de ministerraad het voorstel voor te leggen tot samenvoeging van de gemeenten op Goeree-Overflakkee.
Op 16 juni zond minister Donner een brief aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met zijn voornemen over dit onderwerp. Tot grote teleurstelling van de gemeente Goedereede zal hij een voorstel tot samenvoeging van de vier gemeenten op Goeree-Overflakkee voorleggen aan de ministerraad.
De gemeente Goedereede was eerder onder de indruk van de zorgvuldigheid van de minister inzake de drie controversieel verklaarde herindelingswetsvoorstellen. Volgens de gemeente heeft minister Donner de zorgvuldige aanpak echter niet doorgezet. Goedereede betreurt dat de minister geen bestuurlijk overleg meer heeft gevoerd, terwijl daar herhaaldelijk om verzocht is.
Daarom zond het college van burgemeester en wethouders op 28 juni een brief naar minister Donner. Daarin schrijft de gemeente Goedereede de minister dat hij zijn besluit onvoldoende motiveert: Volgens hem is er ‘inhoudelijke noodzaak en urgentie tot herindeling gelet op de aard en omvang van de maatschappelijke opgaven op het eiland’. Hij motiveert dit echter niet en laat daarmee de gemeente en haar inwoners in het ongewisse. Ook de rest van de motivatie is naar het idee van Goedereede ondermaats.
De gemeente geeft in de brief ook aan dat zij het kwalijk vindt dat minister Donner niet reageert op eerder verzonden brieven. Goedereede stelt dat de minister met zijn brief van 16 juni ‘geen recht doet aan de belangen van de gemeente Goedereede’, en acht het moeilijk te aanvaarden dat de minister ‘de gemeente Goedereede haar zelfstandigheid wil ontnemen met deze schamele motivatie’.
De brief aan de minister sluit af met een verzoek tot nadere motivering van het besluit, en het verzoek om overleg over zijn voornemen.