Oude Oostdijk is een bloeiende havenplaats geweest

17 februari 2012

Op maandag 13 februari nam wethouder F.J. Tollenaar (SGP) twee boekwerkjes in ontvangst over de archeologische opgravingen bij de Oude Oostdijk. ‘Als portefeuillehouder Cultureel Erfgoed ben ik zeer geïnteresseerd in geschiedenis. Ik zeg zelf altijd: Als je niet weet waar je vandaan komt, weet je ook niet waar je naartoe gaat. Deze boeken zijn niet alleen voor ons van belang, maar ook voor de generaties die na ons komen. In het gebied rond Goedereede zijn meer plaatsen die archeologisch interessant zijn, maar de waarde van deze opgraving bij Oude Oostdijk is bijzonder groot’, aldus Tollenaar.

Meer dan vijftig jaar geleden vond Jan Trimpe Burger al resten van een Romeinse nederzetting in polder Oude Oostdijk in Goedereede. De bekende archeoloog is inmiddels overleden, maar zijn opvolgers presenteerden dinsdag eindelijk de resultaten het door hem gestartte onderzoek.

Het begon allemaal in de jaren na de watersnoodramp van 1953, toen er in Nederland op grote schaal herverkavelingen plaatsvonden. Ook op GoereeOverflakkee, waar in 1958 tijdens graafwerkzaamheden in Oude Oostdijk werd gestuit op vondsten uit de Romeinse tijd.

De bekende archeoloog Jan Trimpe Burger groef in 1958 en 1959 een deel van een Romeinse nederzetting op. Op dat moment werd daar verder niet veel mee gedaan, maar in 1974 werd aan het gebied wel de status van beschermd gebied toegekend om de archeologische resten te beschermen.

Zo’n twintig jaar na de eerste opgraving gingen leden van archeologische vereniging De Motte samen met Trimpe Burger nogmaals aan de slag in het gebied. Opnieuw werden vondsten gedaan, maar helaas was er niet voldoende geld en tijd om dit onderzoek verder uit te werken.

Weer twintig jaar later vond archeoloog Jasper de Bruin in het provinciaal archeologisch depot in Alphen aan den Rijn de vele dozen met de onderzoeksresultaten. ‘Ik heb toen contact opgenomen met Trimpe Burger, maar door tijdgebrek kon ik toen het onderzoek niet verder uitwerken. Hij vond dat wel jammer, want het was zijn grote wens om de resultaten van dit onderzoek ooit nog eens te publiceren.’

In 2010 kon het onderzoek als onderdeel van het Odysseeprogramma toch worden gerealiseerd. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap financiert door middel van het Odysseeprogramma de wetenschappelijke ontsluiting van archeologisch veldonderzoek dat in de jaren 1900 tot 2000 is uitgevoerd, maar niet nader uitgewerkt en gepubliceerd werd. De Bruin: ‘We hebben vele dozen met bodemvondsten opgehaald, het aardewerk gedetermineerd, de tekeningen uitgewerkt en ook veel overlegd met elkaar. Het was een flinke klus, maar het heeft tot goede resultaten geleid. We hebben nu een aardig beeld gekregen van deze nederzetting in de Romeinse tijd.’

Handelsplaats

De Oude Oostdijk was in het Romeinse tijdperk een belangrijke nederzetting in een nat krekenlandschap. Opvallend is dat de gebouwen groter waren dan gebruikelijk in die tijd. Later werden er ook grote pakhuizen gebouwd waar onder meer graan en aardewerk in werd bewaard. Langs de havenkade konden boten aanmeren voor de overslag en distributie van graan en fijn luxe serviesgoed, het zogeheten terra sigillata, afkomstig uit Frankrijk, Engeland en Duitsland. Waarschijnlijk werden deze producten verhandeld en gingen zij ook naar de oude wereld, een Romeinse legerplaats verderop.

Helaas is er van deze plek niets meer terug te vinden. Aangenomen mag worden dat Oude Oostdijk een bloeiende havenplaats is geweest, waar de huizen op verhoogde plekken waren gebouwd ter bescherming tegen het omringende water. Aan het eind van de tweede eeuw werd de nederzetting verlaten, misschien omdat het water steeg. De bewoners waren ontwikkeld, konden schrijven, en waren waarschijnlijk geen Romeinen maar lokale mensen met een Romeinse levensstijl. Gezien het aantal munten dat gevonden is, werd er met geld betaald, zo luidt een aantal van de conclusies van de archeologen.

Lezing De Motte

In een tot de allerlaatste stoel bezette zaal van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee (ISGO) in Middelharnis werden dinsdag de conclusies van het archeologisch onderzoek door het voltallige team van onderzoekers uitgebreid toegelicht en vele vragen beantwoord. Nooit eerder had een door de historische vereniging De Motte georganiseerde lezing zo veel belangstellenden getrokken. Velen van hen waren ongetwijfeld af komstig uit de buurtschap Oostdijk, in de gemeente Goedereede.

Naast de presentaties over het onderzoek zelf werd de persoon van archeoloog Jan Trimpe Burger, die tientallen opgravingen op zijn naam heeft staan, toegelicht. Hamvraag was daarbij uiteraard: wat zou hij zelf van deze conclusies hebben gevonden? Trimpe Burger is inmiddels overleden, maar volgens Guus Besuijen, een van de medewerkers aan het onderzoek, zou hij ongetwijfeld blij zijn geweest dat zijn erfenis goed terecht is gekomen. Na afloop van de lezing gingen de onderzoeksresultaten, vervat in een wetenschappelijke publicatie en een publieksboekje, grif van de hand.

Gemeentehuis

In het gemeentehuis van Goedereede ontving maandag wethouder Tollenaar beide boekjes uit handen van Tom Hazenberg van het gelijknamige archeologisch bureau. ‘Dat ons werk tot dit resultaat heeft kunnen leiden, is mede te danken aan de financiële steun en medewerking van de gemeente Goedereede. Die stelde het budget al beschikbaar voordat de aanvraag via Odyssee was gehonoreerd. Gefeliciteerd met de teruggave van jullie Romeinen,’ bedankte Hazenberg de wethouder.

Deze nam de boekjes met plezier in ontvangst. ‘Als portefeuillehouder Cultureel Erfgoed ben ik zeer geïnteresseerd in geschiedenis. Ik zeg zelf altijd: Als je niet weet waar je vandaan komt, weet je ook niet waar je naartoe gaat. Deze boeken zijn niet alleen voor ons van belang, maar ook voor de generaties die na ons komen. In het gebied rond Goedereede zijn meer plaatsen die archeologisch interessant zijn, maar de waarde van deze opgraving bij Oude Oostdijk is bijzonder groot’, aldus Tollenaar.

De wethouder herkende in de geschiedenis van Goedereede de handelsgeest die nu nog steeds in het dorp aanwezig is. ‘In feite is Goedereede een soort voorloper van Rotterdam als overslaghaven,’ grapte hij. Behalve de wethouder ontving ook de 80-jarige Bas Oele uit het Zeeuwse Kapelle beide boekjes. Oele was als assistent van Trimpe Burger betrokken bij de eerste opgravingen en tekende destijds de plattegrond die voor dit onderzoek is gebruikt. Vooral de slechte weersomstandigheden waaronder destijds gewerkt moest worden, bleken hem bij te zijn gebleven.

Romeinse kust

Volgens Tom Hazenberg kan het onderzoek in groter perspectief worden gezien. Het Oostdijkproject kon namelijk binnen het Odysseeprogramma worden gekoppeld aan zes andere onderzoeksplaatsen langs de Nederlandse kust, van Aardenburg tot Texel. Op de website romeinsekust.nl. staan de laatste onderzoeksresultaten. Over enkele maanden zullen ook de onderzoeksresultaten van de opgravingen in Aardenburg en Ockenburgh worden gepubliceerd.

Als laatste activiteit staat ten slotte het actualiseren van de tentoonstelling in het Streekmuseum Goeree-Overflakkee in Sommelsdijk op de agenda. In mei zal deze vernieuwde expositie feestelijk worden geopend. Tijdens de pauze van de lezing in Middelharnis ontstond spontaan het idee om leerlingen van de Regionale Scholengemeenschap Goeree-Overflakkee (RGO) hierbij in te schakelen, zodat ook de jeugd wordt betrokken bij de geschiedenis van Goedereede. Daarnaast deed wethouder Tuk van de gemeente Goedereede de suggestie om recreatieve en toeristische elementen te ontwikkelen. Zo leidt het onderzoek naar de bewoning bij Oude Oostdijk in het verleden waarschijnlijk tot veel initiatieven in de toekomst.

Bron: www.refdag.nl, tekst: Dorien Kickert.