DEN BOMMEL – Voor Jan van der Made zit ‘t erop. Vijfendertig jaar lang heeft hij met zijn SRV-wagen de dorpen en buurtschappen Den Bommel, Zuidzijde, Achthuizen en Langstraat van de nodige boodschappen voorzien. Maar omdat hij ermee ging stoppen, namen Wout en Nel van Kouwen uit Stad aan ‘t Haringvliet graag Jans klantenkring over en voegden die toe aan de hunne, die ook zij met een winkelwagen van de eerste levensbehoeften voorzagen. De overdracht van de klantenkring werd vorige week donderdagmorgen in Den Bommel op symbolische wijze bezegeld met een handdruk van wethouder Economische zaken Frans Tollenaar van de gemeente Goeree-Overflakkee.
Waar supermarkten of andere winkels geheel verdwijnen uit de kleine woonkernen is het voor de plaatselijke samenleving van grote waarde dat er één of meerdere malen in de week toch een winkelwagen door het dorp gaat. Vooral voor wie slecht ter been is en die voor het doen van boodschappen niet ver van huis kan, is zo’n winkelwagen een regelrechte uitkomst, maar ook een plek voor nog wat sociaal contact.
Tot twee weken geleden hadden ze in Den Bommel, Zuidzijde, Achthuizen en Langstraat zo’n rijdende winkel. Vijfendertig jaar lang voorzag langs deze weg de bijna 62-jarige Jan van der Made zijn klanten van de nodige spullen. “Ik heb er altijd voor gezorgd dat, wat
eerste levensbehoeften betreft, ik alles in de wagen had wat je je maar kunt bedenken. En anders zorgde ik er wel voor dat klanten ‘t alsnog kregen.” Maar op Goede Vrijdag was dat voor ‘t laatst. Jan stopte ermee. Het maken van zeer lange dagen, van ‘s morgens half vijf tot ‘s avonds acht uur, tachtig uur per week, werd hem en zijn vrouw te zwaar. Dat hij zo vroeg uit de veren moest, had er onder andere mee te maken dat hij zelf z’n versproducten, zoals groenten, ging halen. “Ja, ik heb dit werk altijd met liefde en plezier gedaan hoor, er was geen dag dat ik er geen zin in had”, zegt Jan. “Twee keer in de week kon ik zelfs uitslapen, ‘s morgens tot zes uur”, grapt hij erachteraan. “Maar ik voelde dat ik ‘t niet vol zou gaan houden”.
Hoe zeer Jan van der Made door zijn klanten gewaardeerd werd, ondervond hij vorige week zaterdag. Toen werd hem een afscheidsreceptie aangeboden, waar zo’n honderdvijftig man op afkwam, door wie hij ruimhartig in de cadeaus werd gezet. Een heuse verrassing. In Stad aan ‘t Haringvliet waren het Wout en Nel van Kouwen die met een verswinkel reden. Toen Wout hoorde dat Jan ermee wilde stoppen, zocht hij contact met hem en kwamen ze overeen dat Wout de klantenkring van Jan zou overnemen. Dus ging Wout naast Stadje Drôag Brôad – zoals op zijn winkelwagen te lezen staat, ook de dorpen verzorgen die Jan al vijfendertig jaar lang had bediend.
En om op symbolische wijze de overdracht van de klantenkring te bezegelen, was het wethouder Frans Tollenaar van de gemeente Goeree-Overflakkee die hiervoor donderdagmorgen naar Den Bommel toog, waar Wout met zijn verswinkel aan de Beneden Oostdijk voor de deur stond bij Wooncentrum Tuindorp, en waar heel wat seniorenklanten de wagen in- en uitgingen. Ook Jan van der Made was daar nog een keer bij, en goedsmoeds als altijd hielp hij diegenen een handje waarvan hij wist dat die bij het in- en uitstappen een extra steuntje nodig hadden.
“Als wethouder Economische zaken ben ook ik hier aanwezig”, zei Tollenaar, “om het belang te onderstrepen van een voorziening als deze, een rijdende verswinkel in de samenleving. Dit voorziet beslist in een behoefte, ook op sociaal vlak, en vergroot de leefbaarheid van de kleine kernen. Daarom geeft ook de gemeente vanmorgen acte de présence bij het overdragen van de klantenkring aan Wout en Nel van Kouwen, om onze waardering uit te spreken voor mensen als zij, die in de plaatselijke samenleving een vliegwielfunctie hebben. Voor ondernemers die keihard werken. Wie doet dat tegenwoordig nog, 35 jaar lang van ‘s morgens vier uur tot ‘s avonds half negen? En wie begint er nog aan zo’n handel, die een stukje cement vormt in de samenleving? Daarom: petje af voor onze rijdende winkels!”
Wout van Kouwen gaf aan dat ook hij, net als z’n voorganger, met veel plezier dit werk doet. Vroeger was hij timmerman, “maar door ‘n ongelukje met m’n schouder ging dat niet meer. En als je dan halverwege de vijftig bent, kom je nergens meer aan de bak”, legde hij uit. Toen is hij in Stad aan ‘t Haringvliet, waar eveneens geen enkele supermarkt meer te vinden was, een winkelwagen begonnen, waarmee overigens hij ook park Nieuw-Zeeland bij Middelharnis bedient. Daar komen nu dus Den Bommel, Zuidzijde, Achthuizen en Langstraat bij. “Ja, ‘t is lang en hard werken”, zegt Wout, die zijn producten zo veel mogelijk bij regionale leveranciers betrekt, “maar daarom heb ik de bezorgtijden wat aangepast. “Ik ben blij dat ik ook in deze dorpen mag gaan bezorgen. Fluitend ga ik ‘s morgens van huis”, en fluitend kom ik weer thuis!
bron: www.eilandennieuws.nl