In Brussel is men het eens geworden over een versoepeling van de aanlandingsplicht voor de zeevisserij. Vissers hebben weinig begrip voor de maatregel waarbij de bijvangst voortaan allemaal aan land gebracht moet worden. Tijdens het werkbezoek van de provinciale statenfractie van ChristenUnie & SGP in september 2014 aan Goeree-Overflakkee, waren de gemeentelijke en provinciale politici van deze partijen uitvoerig geïnformeerd en konden zich de weerstand goed voorstellen.
De aanlandingsplicht zou er volgens de vissers toe leiden dat veel jonge, ondermaatse vis ten onrechte niet meer wordt teruggezet. “Dat leidt vanzelf tot teruggang van de visstand”, zo hielt een woordvoerder van de lokale visserijvereniging in Stellendam de politici voor.” Zeker 60 tot 70 procent van de bijvangst zou het gewoon overleven nadat ze wordt teruggezet”, zo zei hij.
Vissers zullen aan de maatregel moeten wennen en daarom zal er niet direct geverbaliseerd worden als het een keer mis mocht gaan.
De maatregel zorgt ook voor veel administratie aan boord. Op dit punt is men de visserij tegemoet gekomen. Niet elke vis en ook kleine hoeveelheden hoeven niet apart te worden geregistreerd.
De versoepeling heeft een voorlopig karakter. De lidstaten moeten voortaan aan Brussel rapporteren wat de gevolgen van de nieuwe maatregelen zijn. Met die gegevens kan de aanlandingsplicht nog verder aangepast worden.