“De vrijheid van meningsuiting, vereniging en godsdienst zijn beter gewaarborgd in christelijke handen dan in liberale”
Vrijdagavond 20 oktober was er een, door de plaatselijke kiesvereniging van de SGP georganiseerde, debatavond in een van de zalen van het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Dirksland. Centraal tijdens de avond stond dr. Bart Jan Spruyts jongste boek ‘Voor vrijheid en religie. Protestantse teksten over rechtstaat, tolerantie en christelijk burgerschap’, die dit in eigen persoon toelichtte. Tegenover zich vond hij Gert Slootweg, die raadslid op het eiland is namens de partij. Duidelijk was, dat er meer was wat deze geschiedenisleraren bond dan scheidde. Tot een debat in de strikte betekenis van het woord kwam het dan ook niet. Spruyt over zijn opponent: “Het is altijd plezierig om op Flakkee te zijn. Als je hier door de plaatselijke SGP uitgenodigd wordt, weet je al van tevoren wie je tegenover je krijgt.”
In het boek heeft Spruyt zeventien bijdragen uit de protestante traditie verzameld, die volgens hem uitingen zijn van rechtstaat, tolerantie en christelijk burgerschap. Hij put uit bronnen van de 14e eeuw (De Blijde Inkomste) tot de 21e eeuw (een tekst van Gerrit Holdijk). Voorafgaand aan de teksten vindt u in het boek een inleiding van de samensteller waarin hij de teksten verbindt, en daarop 14 stellingen poneert.
Evolutionaire wereldbeeld
Spruyt, in het dagelijks leven docent geschiedenis en maatschappijleer, heeft het boek voornamelijk voor zijn leerlingen geschreven. “Uit de gesprekken die ik met ze heb nadat ze van school zijn gegaan, komt naar voren dat ze op de universiteit met grofweg twee denkbeelden geconfronteerd worden die conflicteren met hun achtergrond. Het eerste is het evolutionaire wereldbeeld. Door een aaneenschakeling van een reeks toevalligheden zijn we hier terechtgekomen. We zijn niet meer dan ons brein. Religie is in deze denkwijze beperkt tot een chemisch foutje in onze hersenen.”
Liberale wereldbeeld
Het tweede wereldbeeld waar de jongeren tegenaan lopen is het liberale wereldbeeld. Dankzij het liberalisme, en ondanks het christendom, hebben we nu waarden als vrijheid en tolerantie. Deze zijn tijdens de verlichting, en de daarop volgende revoluties, op het christendom veroverd. Dit tweede punt, wat Spruyt heel nadrukkelijk bestrijdt, vormt het onderwerp van het boek. Spruyts these: Waarden als vrijheid en tolerantie zijn gekaapt door de liberalen en gaan veel verder terug dan de verlichting. Zij zijn juist geworteld in het christendom.
Liberale tolerantie
Wat is tolerantie? Daarin zijn grofweg twee verschillende definities te onderscheiden. De eerste is de moderne definitie: “Wat waar is weten we eigenlijk niet. Iedereen heeft zijn eigen waarden en waarheid. We hoeven het niet met elkaar eens te zijn. We accepteren de verschillen. Dat heet relativisme. Het leidt tot diversiteit. Zo bestaan er een heleboel individuele waarheden naast elkaar. Het gevolg is, dat we geen universele waarden of doelen meer met elkaar delen. Maar er is één duidelijke grens, één groot gebod. Het eerste artikel van onze grondwet: het non-discriminatiebeginsel. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Maar dat dit juist wel tot dwang leidt, blijkt wel uit de maatregelen die de overheid nam tegen de gewetensbezwaarde ambtenaar en de rol van de vrouw binnen deze partij.”
Christelijke tolerantie
De tweede definitie is de klassieke, christelijke bepaling van tolerantie. Die is eigenlijk het tegenovergestelde van de liberale vorm van tolerantie. Niet iedereen heeft zijn of haar eigen waarheid, maar God en Zijn Woord is de enige absolute norm. Tolerantie komt van het Latijnse tolerare, dat als ‘het verdragen van pijn om een ander’ omschreven kan worden. Daarmee doet het pijn als anderen die Waarheid niet hebben en kennen. Maar ook al zou ik anderen kunnen dwingen (wat liberalen wel doen met het non-discriminatiebeginsel) met geweld van de overheid, toch zou ik niet in het domein van het geweten van de burger doordringen.
Rechtstaat
We leven in een rechtstaat en dat is een groot goed. Dat houdt in dat de burgers door wetten tegen de overheid beschermd worden. De macht van de overheid is begrensd. In de ‘Acte van Verlatinghe” uit 1581, de geboortepapieren van ons land, is een voorafschaduwing te zien van de rechtstaat. Hierin staat dat de overheid haar macht niet heeft ten behoeve van zichzelf, maar ten gunste van haar bevolking. In deze onafhankelijkheidsverklaring wordt de vergelijking getrokken tussen de overheid en een herder. “Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo moet de overheid haar onderdanen dienen. Het gaat fout wanneer de herder verandert in een wolf en de schapen opvreet. Zoals Spanje dat deed ten tijde van de Opstand. De bevolking heeft het recht tot opstand wanneer de wettige overheid oude rechten en vrijheden niet meer respecteert. Bijvoorbeeld door heffing van onrechtmatige belasting, maar vooral door een inbreuk op het geweten te plegen. De vrijheid van meningsuiting, vereniging en godsdienst zijn domeinen waarin de overheid niets te zeggen heeft. Zij zijn in christelijke handen beter gewaarborgd dan in liberale.”
Niet schamen
Tolerantie is echter niet ongebonden. Politiek gezien geldt zij ten aanzien van de overheid over het geweten van haar onderdanen. Maar ze moet niet ontaarden in een (ethisch) relativisme. “Christelijke politici moeten niet alleen pleiten voor christelijke waarden, maar die ook proberen te verwezenlijken door ze vast te leggen in wetten. Als christen moet en hoef je je niet te schamen voor je waarden. Als je zoals deze partij tegen abortus en euthanasie bent, moet je dat proberen in wetten vast te leggen. Of als een meerderheid hier op Flakkee tegen opening van het zwembad op zondag is, moet je dat proberen te realiseren. Daar hebben christenen evenveel recht toe als liberalen. Dat is niet intolerant, maar juist democratisch!” aldus Spruyt.
Vluchtelingen
Spruyt pleit niet voor onbegrensde tolerantie ten aanzien van vluchtelingen. “In christelijke, en vooral binnen evangelische kring, leeft de gedachte dat onze plicht tot herbergzaamheid moet leiden tot een oeverloze hulp aan vluchtelingen. Dat is ondoordachte barmhartigheid. De ethiek van het evangelie kunt je niet zomaar één op één transponeren tot overheidsbeleid. Als de vluchtelingenstroom zeer massaal is, en ideeën herbergt die afwijkend zijn ten opzichte van de eigen bevolking, moet de overheid niet naïef zijn en er voor waken de boel te ontwrichten. Per slot van rekening zijn twee van de terroristen van de aanslagen van verleden week in Parijs met de vluchtelingenstroom via Turkije en Griekenland Europa binnengekomen. Hulp aan vluchtelingen is een christelijke opdracht. Maar de overheid moet ook haar beschermende taak ten aanzien van haar eigen burgers niet verzaken.”
Nuanceren
Slootweg wil enkele teksten die Spruyt in zijn boek aanwendt nuanceren. “Dit is een buitengewoon ingewikkeld onderwerp. Ik bedoel dat niet om te relativeren, maar van de auteurs in dit boek zijn soms meerdere teksten over een bepaald thema bekend. Die teksten moeten wel in hun historische context gezien worden.”
De tekst ‘De vrijheid van een christen’ van Luther bijvoorbeeld. “Daarin ziet Luther de overheid als een slaaf van de burger. Maar later, tijdens de boerenopstand, liet hij zich heel anders over de overheid uit”, zegt Slootweg, daarbij de door Luther gebruikte woorden achterwege latend.
Begripsverwarring
In de 16e eeuw hebben begrippen als vrijheid van geweten en godsdienst een andere betekenis dan tegenwoordig. Zo wordt met gewetensvrijheid de godsdienst in huiselijke kring bedoelt. De vrijheid van godsdienst duidt dan op de publieke uitoefening van de godsdienst. Ook wordt er in later tijd onderscheid gemaakt tussen vrijheid en libertijd. Waarin libertijd de in praktijk gebrachte vrijheid vertegenwoordigt.
Slootweg verwijst verder naar het boek ‘La crise de la conscience européenne’ van Paul Hazard. In het Nederlands vertaalt als ‘De crisis in het Europese denken’. “Al zou iedereen in de zaal alleen maar het eerste hoofdstuk lezen. Vrijheid, gelijkheid en broederschap, en in zeker zin ook verdraagzaamheid, zijn christelijke waarden. Maar zij zijn van inhoud ontdaan door moderne denkers.”
Christelijke overheid
Slootweg vraagt zich af of een christelijke staat wel mogelijk is. “Heeft de overheid niet de taak haar onderdanen erop te wijzen dat we voor de Heere moeten verschijnen? Dat veronderstelt natuurlijk wel een christelijke overheid. In de huidige situatie kun je daartoe oproepen, maar mensen weten absoluut niet meer waar het over gaat. Aan de andere kant moeten we ook de Tweede Kamer niet gebruiken om te preken. Dat is een onjuiste vermenging van kerk en staat. Wel blijft staan dat de overheid de taak heeft om over het geestelijk welzijn van haar onderdanen te waken. Of ze het nu wil of niet! Niet omdat ik het zeg, maar dat zegt de Heere.”
Voor wie geen genoeg van Spruyt kan krijgen: bij de drukker liggen nog twee boeken van zijn hand te wachten. Een vervolg op zijn boek over ds. Doornebal, met nooit eerder verschenen teksten van de Oenese predikant. Het tweede is een variant op het hierboven besproken boek, maar dan een boek met bronteksten uit de christelijk-sociale traditie. Zou het socialisme op zijn beurt waarden als barmhartigheid en naastenliefde op het christendom gekaapt hebben?
bron: Eilanden Nieuws
Tekst: Willem Jan van de Ridder