Tijdens de gemeenteraadsvergadering van donderdag 20 mei stond de ‘verklaring van geen bedenkingen’ met betrekking tot de voorgenomen bouw van een bioboardfabriek en een composteerinrichting op het Bedrijvenpark Oostflakkee te Oude-Tonge op de agenda. Dit punt heeft veel reacties opgeroepen bij de inwoners van Oude-Tonge (maar ook uit de dorpen eromheen). Als SGP-fractie hebben we grondig kennis genomen van al deze reacties. We hebben ze ook zorgvuldig mee laten wegen in het besluit dat we hebben genomen. Tijdens de raadsvergadering hebben we erop gewezen dat zowel de gemeenteraad als de inwoners bij zulke grote en gevoelige projecten in een veel eerder stadium moeten worden geïnformeerd. De wethouder heeft dit tijdens de raadsvergadering ruiterlijk toegegeven.
De rol van de gemeenteraad is in dit geval beperkt tot het afgeven van ‘een verklaring van geen bedenkingen’. Deze verklaring gaat over enkele punten waarop de fabriek afwijkt van het bestemmingsplan en is slechts een onderdeel van het grote geheel. Het vergunningenproces ligt in handen van de Provincie Zuid-Holland. De vraag die bij de gemeenteraad voorlag is of een bioboardfabriek/composteerinrichting, die groter is en een hogere milieucategorie heeft dan het bestemmingsplan al toestaat, ruimtelijk aanvaardbaar is. Bij de beoordeling van deze aanvraag is het vertrekpunt voor de SGP-fractie geweest, dat Bedrijvenpark Oostflakkee één van de grotere bedrijventerreinen van het eiland is, waar op grond van het bestemmingsplan ook grotere bedrijven (tot 20.000m2) met een hogere milieucategorie (tot 4.1) een plaats kunnen krijgen.
Een onderliggend, deskundig rapport met daarin de ruimtelijke onderbouwing geeft inzicht in grote hoeveelheid (wettelijk) vastgelegde normen en kaders en laat zien hoe de voorgenomen bouw van de bioboardfabriek/composteerinrichting zich hiertoe verhoudt. In het rapport is geconcludeerd dat de fabriek aan deze normen en kaders voldoet en daarom ruimtelijk aanvaardbaar is.
Nu is het wel zo dat dit rapport een theoretisch kader schetst. Belangrijk is natuurlijk hoe de praktijk eruit zal gaan zien. In de reacties die we ontvingen werd frequent gewezen op de thema’s ‘geur’ en ‘verkeer’. Theoretisch zou alles in orde moeten zijn, maar zodra de fabriek er staat kan de praktijk weerbarstiger zijn. En dan? Hoe gaat de handhaving eruit zien? Kan er gehandhaafd worden als de installaties op papier afdoende leken te zijn, maar als er in de praktijk onverhoopt toch overschrijdingen van (geur)normen optreden? Kan het vrachtverkeer gedwongen worden de route via de N215 naar de N59 te nemen en hoe gaat dat geregeld worden?
De wethouder heeft verzekert dat er handhavend zal worden opgetreden door de DCMR als de normen met betrekking tot bijvoorbeeld geur toch worden overschreden. Het is dus niet voldoende dat de installaties op papier deugen, ze moeten ook in de praktijk goed werken. Onder deze omstandigheden is er voor ons (als nietdeskundigen) geen grond om aan te nemen dat de fabriek tóch voor geuroverlast zal gaan zorgen. Ook heeft de wethouder toegezegd dat er verkeerskundige maatregelen te nemen zijn, die er voor zorgen dat het extra vrachtverkeer niet door Oude-Tonge zal gaan.
Tot slot heeft de SGP-fractie nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de landschappelijke inpassing en heeft de wethouder toegezegd dat hij er, binnen zijn bevoegdheden, alles aan zal doen om dit op een zo goed mogelijk manier te realiseren.
Op basis van de informatie uit de ruimtelijke onderbouwing, de informatie van de ondernemer en de informatie die tot ons is gekomen door de beantwoording op raadsvragen, ziet onze fractie geen grond om tegen de verklaring te stemmen.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
SGP-fractie Goeree-Overflakkee