‘Vanavond staan we hier stil bij wat er gebeurde in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. 71 jaar geleden, maar nog steeds actueel. Dat is te merken aan de emoties die deze dag nog bij zoveel mensen losmaakt. Tot op de dag van vandaag. 1 februari 1953 maakte onuitwisbare indruk. Het is goed dat we hier met elkaar zijn. We staan stil bij de slachtoffers, de mensen die achterbleven en bij de enorme gevolgen van de watersnood. Omdat het goed is om te herdenken, maar ook omdat het nodig is én blijft dat we realiseren dat we als mensen kwetsbaar zijn’, zo zei Markwat in zijn toespraak.
Alles kwijt
Hij begon zijn herdenkingstoespraak met een krantenartikel uit 1953: ‘Stellendammer heeft niets meer in huis’. Die kop stond op 9 april 1953 boven een artikel in dagblad Het Vrije Volk. ‘Stellendam is schoon gedweild en een deel van de mensen kan in de komende weken terugkeren’, zo schrijft de journalist. ‘De terugkeer zal voor velen bijzonder hard zijn. In de eerste plaats voor hen, die familieleden verloren hebben. Maar daarnaast voor allen, die dan pas ten volle zullen beseffen dat ze alles kwijt zijn.’
Het is een verslag van een vergadering van het Haags adoptiecomité Goedereede – Ouddorp – Stellendam. Ruim 3 maanden na de verwoestende ramp kon een deel van de geëvacueerde inwoners pas terugkeren. De burgemeester gaf aan dat naar schatting 40 procent van de woningen was vernield. Wie wel terug kon naar een huis vond zijn huis zonder kachel, zonder licht, onbewoonbaar terug. Alle meubels waren verwoest door het zoute water. In één klap waren veel inwoners van Stellendam alles kwijt. Ze waren in leven, maar het leven zou nooit meer hetzelfde zijn. Al het materiële kon hersteld worden, zo weten we inmiddels, maar de littekens én herinneringen zijn er nog. De verhalen uit de geschiedenis hebben een boodschap voor nu. Het drukt ons met de neus op de feiten. De verhalen vertellen ons wat natuurgeweld met ons kan doen.
Zware storm
Het was heftig die nacht, maar stormen waren er vaker geweest. Maar toch ging het die nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 helemaal mis. Al vrijdag ontwikkelde zich een stormveld ten zuiden van IJsland dat zaterdag in het noorden van Schotland enorme windsnelheden veroorzaakte. Het uiterste puntje van Schotland kreeg één van de zwaarste orkanen uit de Schotse geschiedenis te verduren. Daarna draaide de wind. De storm van zo’n duizend kilometer lang kwam via de Noordzee, precies over het water, recht op onze kust af.
Dijkdoorbraken
Die avond wilde het door de razende storm bij laagwater niet ebben. Het water wilde niet weg. Een waterberg werd met grote snelheid in onze richting gestuurd. De meeste bestuurders zagen de voortekenen niet. Ze gingen slapen. Nederland kreeg 500 dijkdoorbraken te verwerken. Het was een ijskoude donkere nacht vol zeewater, stormwind, regen, hagel en natte sneeuw. Pas bij daglicht werd stukje bij beetje de omvang van de ramp duidelijk. Mensen zaten op zolders en daken, in bomen en telefoonpalen, op dijken en dobberende huisresten. Verdronken vee en lichamen dreven tussen het wrakhout. Woningen, boerderijen en bedrijven waren ingestort of beschadigd. Zo ver het oog reikte was er water.
Deltawerken
Het was een uitzonderlijke storm met uitzonderlijke gevolgen. Maar we weten met elkaar dat in 1953 de kracht van het water ook werd onderschat. De dijken waren te laag en te zwak. De reactie op de ramp was vastberaden. De Deltawerken waren een duidelijk antwoord om ons land te verdedigen tegen het water. Het laatst voltooide element van de Deltawerken – de Maeslantkering bij Hoek van Holland – werd 26 jaar geleden in werking gesteld. Maar daarmee was het niet klaar. Het is nooit klaar.
Extremer weer
‘Ook nu blijft de strijd tegen het water altijd nodig. Zo maakten de afgelopen maanden met extreme regenval en hoge waterstanden wel duidelijk. De Maeslantkering sloot afgelopen december voor het eerst automatisch vanwege hoog water. Het was voor het eerst geen testsluiting of uit voorzorg. Het was nodig. We hebben nu, anno 2024, te maken met steeds extremer weer, hoosbuiten, langdurige droogte. Met de kennis van 1953 in ons achterhoofd werken veel mensen in ons land ook nu nog dagelijks aan waterveiligheid. Altijd alert. Omdat je thuis een veilige plek moet zijn. Omdat we niet meer ‘alles kwijt’ willen raken’ zo eindigde wethouder Markwat zijn toespraak
‘Vanavond staan we hier stil bij wat er gebeurde in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. 71 jaar geleden, maar nog steeds actueel. Dat is te merken aan de emoties die deze dag nog bij zoveel mensen losmaakt. Tot op de dag van vandaag. 1 februari 1953 maakte onuitwisbare indruk. Het is goed dat we hier met elkaar zijn. We staan stil bij de slachtoffers, de mensen die achterbleven en bij de enorme gevolgen van de watersnood. Omdat het goed is om te herdenken, maar ook omdat het nodig is én blijft dat we realiseren dat we als mensen kwetsbaar zijn’, zo zei Markwat in zijn toespraak.
Alles kwijt
Hij begon zijn herdenkingstoespraak met een krantenartikel uit 1953: ‘Stellendammer heeft niets meer in huis’. Die kop stond op 9 april 1953 boven een artikel in dagblad Het Vrije Volk. ‘Stellendam is schoon gedweild en een deel van de mensen kan in de komende weken terugkeren’, zo schrijft de journalist. ‘De terugkeer zal voor velen bijzonder hard zijn. In de eerste plaats voor hen, die familieleden verloren hebben. Maar daarnaast voor allen, die dan pas ten volle zullen beseffen dat ze alles kwijt zijn.’
Het is een verslag van een vergadering van het Haags adoptiecomité Goedereede – Ouddorp – Stellendam. Ruim 3 maanden na de verwoestende ramp kon een deel van de geëvacueerde inwoners pas terugkeren. De burgemeester gaf aan dat naar schatting 40 procent van de woningen was vernield. Wie wel terug kon naar een huis vond zijn huis zonder kachel, zonder licht, onbewoonbaar terug. Alle meubels waren verwoest door het zoute water. In één klap waren veel inwoners van Stellendam alles kwijt. Ze waren in leven, maar het leven zou nooit meer hetzelfde zijn. Al het materiële kon hersteld worden, zo weten we inmiddels, maar de littekens én herinneringen zijn er nog. De verhalen uit de geschiedenis hebben een boodschap voor nu. Het drukt ons met de neus op de feiten. De verhalen vertellen ons wat natuurgeweld met ons kan doen.
Zware storm
Het was heftig die nacht, maar stormen waren er vaker geweest. Maar toch ging het die nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 helemaal mis. Al vrijdag ontwikkelde zich een stormveld ten zuiden van IJsland dat zaterdag in het noorden van Schotland enorme windsnelheden veroorzaakte. Het uiterste puntje van Schotland kreeg één van de zwaarste orkanen uit de Schotse geschiedenis te verduren. Daarna draaide de wind. De storm van zo’n duizend kilometer lang kwam via de Noordzee, precies over het water, recht op onze kust af.
Dijkdoorbraken
Die avond wilde het door de razende storm bij laagwater niet ebben. Het water wilde niet weg. Een waterberg werd met grote snelheid in onze richting gestuurd. De meeste bestuurders zagen de voortekenen niet. Ze gingen slapen. Nederland kreeg 500 dijkdoorbraken te verwerken. Het was een ijskoude donkere nacht vol zeewater, stormwind, regen, hagel en natte sneeuw. Pas bij daglicht werd stukje bij beetje de omvang van de ramp duidelijk. Mensen zaten op zolders en daken, in bomen en telefoonpalen, op dijken en dobberende huisresten. Verdronken vee en lichamen dreven tussen het wrakhout. Woningen, boerderijen en bedrijven waren ingestort of beschadigd. Zo ver het oog reikte was er water.
Deltawerken
Het was een uitzonderlijke storm met uitzonderlijke gevolgen. Maar we weten met elkaar dat in 1953 de kracht van het water ook werd onderschat. De dijken waren te laag en te zwak. De reactie op de ramp was vastberaden. De Deltawerken waren een duidelijk antwoord om ons land te verdedigen tegen het water. Het laatst voltooide element van de Deltawerken – de Maeslantkering bij Hoek van Holland – werd 26 jaar geleden in werking gesteld. Maar daarmee was het niet klaar. Het is nooit klaar.
Extremer weer
‘Ook nu blijft de strijd tegen het water altijd nodig. Zo maakten de afgelopen maanden met extreme regenval en hoge waterstanden wel duidelijk. De Maeslantkering sloot afgelopen december voor het eerst automatisch vanwege hoog water. Het was voor het eerst geen testsluiting of uit voorzorg. Het was nodig. We hebben nu, anno 2024, te maken met steeds extremer weer, hoosbuiten, langdurige droogte. Met de kennis van 1953 in ons achterhoofd werken veel mensen in ons land ook nu nog dagelijks aan waterveiligheid. Altijd alert. Omdat je thuis een veilige plek moet zijn. Omdat we niet meer ‘alles kwijt’ willen raken’ zo eindigde wethouder Markwat zijn toespraak