De woningnood raakt iedereen, van jonge starters tot doorstromers en senioren. De zoektocht naar passende oplossingen vraagt om doortastend beleid. Op ons eiland is het SGP-wethouder Daan Markwat die zich samen met een team betrokken en deskundige ambtenaren inspant om de huizenmarkt in beweging te houden. Van de uitdagingen rondom bouwprojecten tot de vraagstukken die spelen in de provincie Zuid-Holland: Markwat deelt openhartig zijn ervaringen, de successen die behaald zijn en de hindernissen die nog overwonnen moeten worden. Dit interview, dat eerder deze maand verscheen in SGP NIEUWS, het ledenblad van de SGP op Goeree-Overflakkee, geeft een kijkje achter de schermen bij een wethouder die zich vastbijt in elk detail om ervoor te zorgen dat de inwoners van de gemeente kunnen blijven wonen waar hun wortels liggen.
Met passie en doorzettingsvermogen is wethouder Daan Markwat een drijvende kracht achter de woningbouwinitiatieven op Goeree-Overflakkee. Hoewel de weg naar nieuwe woningen vaak bezaaid is met complexe provinciale regels en lange procedures, laat Markwat zich niet ontmoedigen. Visie en volharding hebben geleid tot doorbraken en vooruitgang, maar er is nog meer werk aan de winkel. Of het nu gaat om het vinden van oplossingen voor starters in Ouddorp of het behouden van leefbaarheid in andere kernen, de missie is duidelijk: bouwen aan een gemeenschap waarin iedereen een plek kan vinden. Het vertrouwen in de toekomst blijft, want zoals Markwat zegt: ‘Met elkaar hebben we laten zien dat het kan en we blijven ons inzetten voor nieuwe kansen en oplossingen.’
Wat is er tot nu toe gerealiseerd en wat staat er nog op de planning?
Sinds de start van de woondeals op 1 januari 2022 heeft de gemeente een indrukwekkend aantal projecten opgestart. Markwat vertelt: ‘Tot nu toe zijn er ongeveer 600 woningen gebouwd en er zijn ruim 1.400 woningen in aanbouw of vergund. Daarnaast hebben we principemedewerking verleend voor bijna 1.700 woningen, wat betekent dat we in totaal bijna 3.700 woningen op het programma hebben staan tot en met 2030.’ Dit is aanzienlijk meer dan de 2.500 woningen die volgens de provinciale behoefteraming zijn toegestaan. Zelfs met toepassing van de provinciale overprogrammering van 130% (3.250 woningen) blijft de gemeente ruim voor op schema.
Hoe heeft de SGP bijgedragen aan deze vooruitgang?
Markwat benadrukt dat deze successen niet alleen aan de SGP toe te schrijven zijn: ‘De ambtelijke collega’s en het college hebben dit samen met de gemeenteraad en andere betrokken partijen bereikt. Het is echter wel zo dat binnen deze portefeuille de contacten met de provincie een cruciale rol spelen. We hebben, samen met de fractie, jarenlang energie gestoken in het aandringen op het belang van voldoende locaties voor woningbouw en dat heeft zijn vruchten afgeworpen.’
Waarom speelt de provincie zo’n grote rol bij de bouw van woning?
De provincie bepaalt voor een aanzienlijk deel het ruimtelijke beleid en moet door de gemeente voorgestelde woningbouwlocaties eerst goedkeuren alvorens daarmee aan de slag kan worden gegaan. Markwat legt uit: ‘De provincie heeft in de omgevingsverordening vastgelegd waar en hoeveel er gebouwd mag worden. Dit betekent dat wij als gemeente onze plannen moeten afstemmen op de provinciale regels. Als onze visie niet aansluit bij die van de provincie, kunnen we zelfs een juridische procedure verliezen.’ Dankzij jarenlange inspanningen is het Goeree-Overflakkee echter gelukt om voldoende ‘drie hectare locaties’ op de kaart te krijgen, wat grootschalige bouwprojecten mogelijk maakt. Deze locaties staan op een kaart (zie kader) die op 14 november jongstleden aan de Gemeenteraad is gepresenteerd.
Hoe zorgt de gemeente er voor dat woningbouw aan de lokale behoeften voldoet?
Een belangrijk speerpunt van de gemeente is het prioriteren van de lokale bevolking bij nieuwbouw-projecten. ‘Wij streven ernaar dat minimaal 70% van de woningen wordt toegewezen aan mensen met een lokale binding,’ vertelt Markwat. Dit wordt gerealiseerd door afspraken te maken met ontwikkelaars en door het organiseren van lokale informatiebijeenkomsten. ‘In de praktijk zien we vaak dat projecten bijna volledig worden ingevuld door lokale vragers, zoals bij de projecten in Nieuwe-Tonge en Melissant.’
Wat doet de gemeente om starters te helpen?
De gemeente heeft verschillende mogelijkheden om starters op de woningmarkt te ondersteunen. Een voorbeeld hiervan is de starterslening. ‘Deze lening biedt een extra financieringsmogelijkheid voor starters, wat hen helpt om een woning te bemachtigen. Het programma is zo populair dat het vaak overtekend is en we aanvullend budget moeten vrijmaken,’ aldus Markwat. Daarnaast benadrukt hij dat het creëren van voldoende betaalbare starterswoningen de belangrijkste stap is. ‘We hebben afspraken met ontwikkelaars om een derde van de nieuwbouw sociale huur te laten zijn en een derde moet betaalbare koop zijn, zodat er een gevarieerd aanbod is.’
Waarom duurt het zo lang voordat een bouwproject kan starten?
Een van de grootste uitdagingen is de lange doorlooptijd van bouwprojecten. Markwat legt uit: ‘Als je een project start, ben je al snel vier tot vijf jaar bezig voordat de eerste paal de grond in gaat en dat kan bij juridische complicaties oplopen tot zeven jaar.’ Dit komt door procedures zoals het aanpassen van omgevingsplannen en mogelijke bezwaren van omwonenden, die tot vertragingen kunnen leiden.
Wat zijn de vooruitzichten voor de woningbouw na 2030?
Hoewel de gemeente tot 2030 goed voorbereid is, ontstaan er na die tijd mogelijk problemen. ‘We hebben momenteel geen nieuwe drie hectare locaties meer, wat betekent dat we na 2030 moeten vertrouwen op kleinschalige uitbreidingen. Dat is een uitdaging, omdat dit niet altijd aansluit bij onze ambities voor leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit,’ zegt Markwat. De gemeente blijft daarom pleiten voor flexibiliteit en maatwerk in het provinciale beleid.
We zien in alle kernen bouwplannen. Ouddorp blijft daarbij wat achter. Wat is de status van woningbouw in Ouddorp en wat zijn de uitdagingen?
In Ouddorp zijn de mogelijkheden voor woningbouw beperkt. ‘Als je alles bij elkaar optelt, kunnen er in Ouddorp de komende jaren ongeveer 161 woningen gerealiseerd worden. Dit zijn vaak duurdere woningen of appartementen, omdat de nieuwbouw vaak binnen bestaande structuren wordt ingepast,’ zegt wethouder Markwat. Hij benadrukt dat Ouddorp een bijzonder dorp is qua opzet, wat grootschalige nieuwbouw lastig maakt. Een ander obstakel is de provinciale rode grens rond het dorp, die alle locaties buiten deze grens als buitenstedelijk bestempelt en daarmee grootschalige woningbouw uitsluit.
Wat wordt er gedaan om de woonmogelijkheden voor starters in Ouddorp te verbeteren?
‘We zijn al ruim een jaar bezig met het inventariseren van mogelijkheden. Er is een initiële inventarisatie en een advies opgesteld, waar binnenkort inhoudelijke vervolgbesprekingen over plaatsvinden. We willen ons richten op starters en sociale huurwoningen, omdat er voor andere woningcategorieën al voldoende aanbod is.’ De uitdaging blijft echter om de provincie te overtuigen, gezien het afwijkende standpunt van de gemeente ten opzichte van het provinciale beleid.
Hoewel er veel initiatieven zijn, zoals de locatie van de voormalige Rabobank (wonen in combinatie met zorg) en andere kleinschalige projecten, blijft het een uitdaging om woningen voor starters te realiseren in Ouddorp. Markwat besluit: ‘We blijven met de provincie in gesprek om toestemming te krijgen voor nieuwbouwprojecten die onze lokale vraag ondersteunen. Maar het blijft een proces van overleg, onderbouwing en soms gewoon onderhandelen.’
Wat is de rol van de provincie in deze projecten?
Markwat benadrukt dat de provincie een grote invloed heeft op woningbouwprojecten. ‘We hebben al verschillende locaties aan de zuidelijke schil voorgelegd aan de provincie, maar tot nu toe is daar geen groen licht voor gegeven. Daarom wil ik met een breder pakket van mogelijkheden naar de provincie stappen, zodat ze niet alles kunnen afwijzen. Uiteindelijk hebben we een of twee grootschalige projecten nodig voor Ouddorp,’ aldus de wethouder. Hij benadrukt dat dit proces tijd en ambtelijk en bestuurlijk overleg vergt om de provincie te overtuigen en medewerking te krijgen.
Wat is de status van permanente bewoning en huisvesting van specifieke groepen?
Markwat legt uit dat de gemeente zich ook bezighoudt met andere woningvraagstukken, zoals de huisvesting van arbeidsmigranten. De gemeente is al jaren bezig om dit voor elkaar te krijgen. De provincie wil dit echter het liefst binnen het bestaande stads- en dorpsgebied gerealiseerd hebben.
Daarnaast is de gemeente bezig met het omzetten van de recreatieve bestemming naar permanente bewoning op recreatieparken zonder recreatieve potentie en waar reeds grootschalig permanent wordt gewoond, met name aan de oostkant van het eiland. ‘De raad heeft in 2019 al enkele locaties aangewezen waar permanente bewoning veel voorkomt en heeft besloten om deze een andere bestemming te geven. De provincie blijft echter van mening dat deze parken recreatief moeten blijven,’ zegt hij. Voor Ouddorp geldt dat de recreatieve potentie zo groot is dat permanente bewoning op vakantieparken daar geen optie is. ‘Daar krijgen we bij de provincie nooit de handen voor op elkaar.’
Wat verwacht de wethouder van het nieuwe kabinet op het gebied van woningbouw?
Markwat hoopt dat het nieuwe kabinet meer ruimte biedt aan gemeenten om zelf regie te voeren over hun ruimtelijke ordening. ‘In andere provincies zie je dat gemeenten meer grip hebben en dat het proces soepeler verloopt dan in Zuid-Holland, waar de provincie een sterke regierol heeft,’ legt hij uit. Dit zou volgens hem bijdragen aan een efficiëntere aanpak van woningbouw en het oplossen van urgente huisvestingsvraagstukken, zoals de huisvesting van arbeidsmigranten en spoedeisende doelgroepen.
Wat zijn enkele knelpunten en successen uit de afgelopen jaren?
De huisvesting van de Oekraïense vluchtelingen is niet van een leien dakje gegaan. Dat heeft best veel energie gekost. Het resultaat voldoet echter aan de verwachtingen en de woningcorporatie is hiermee gefaciliteerd, ook voor de langere termijn. De wethouder wijst op successen zoals bij de langlopende projecten in Oude-Tonge en Stad aan ’t Haringvliet, die na dreiging met sanering toch vlot getrokken zijn. Dat heeft geleid tot nieuwe impulsen in de woningbouw. ‘De saneringsvisie die we hebben opgesteld en die door de raad is overgenomen en vastgesteld, legde druk op ontwikkelaars om actie te ondernemen en deze projecten vlot te trekken. Dit heeft ervoor gezorgd dat langlopende dossiers uiteindelijk succesvol zijn opgepakt,’ vertelt Markwat. Hij erkent echter ook de complexiteit van dossiers zoals Hernesseroord, die veel tijd en ambtelijke en bestuurlijke inzet hebben gekost, maar waar nu wel mooie resultaten van zichtbaar zijn. De eerste fase is nu in realisatie.